Een mystery-box-kortverhaal
OPMERKING alles in dit verhaal is fictief en gebaseerd op de voorwerpen op de foto. Enige bron van research was het verleden van de schilder Vermeer. Verder is alles in dit verhaal verzonnen.
Op het moment dat ik de sleutel in mijn hand hield, voelde ik iets onverwachts. Het was alsof alles eindelijk op zijn plek viel. De vragen, de vreemde reacties van familie -die van oma en ma in het bijzonder- alles viel op zijn plek.
De gedachte deed me rillen en glimlachen tegelijk.
Eindelijk.
Eindelijk kon alles uitgeklaard worden. Deze sleutel zou eindelijk antwoorden geven. Althans, dat hoopte ik als ik het inderdaad bij het rechte eind had.
Ik stak de sleutel in mijn zak en snelde naar beneden. Zwaar ademend en met het kistje tegen mijn borst gedrukt stormde ik de woonkamer binnen. ‘Raphael!’
Raphael, mijn vriend, keek op van de boekenkast die hij aan het afstoffen was.
De spanning gierde door mijn lijf.
Raphael kwam naar me toe. ‘Roos gaat het wel?,’
Zijn bezorgdheid deed me iet wat kalmeren, al bleef mijn ademhaling zwaar.
‘Ik heb het gevonden! Ik -’ voor ik mijn zin kon afmaken zakte ik op de grond. De spanning werd me teveel.
Het moment dat mijn knieën de vloer raakten voelde ik Raphaels armen op mijn schouders. ‘Wow rustig aan lieverd.’
Ik kon niet rustig worden. Dit was te intens. Maar Raphael legde zijn handen op mijn schouders en keek me met zijn zachte, maar tegelijk dwingende blik aan, wat me verplichte om te luisteren. ‘Rustig schat rustig aan. Kom eerst even op adem want je klinkt alsof je een marathon hebt gerend zonder te trainen en ik wil niet dat je flauw valt.’
Zijn woorden misten hun effect niet want voor ik het wist waren mijn schouders ontspannen en ademde ik zwaar uit wat overging in een grinnik.
‘Dat is beter. Nou vertel nu eens rustig wat er aan de hand is.’
Ik slikte voor ik hem het kistje en de sleutel liet zien.
‘Je weet van mijn familiegeschiedenis hé?’
‘Ik weet dat je een complexe familiegeschiedenis hebt en dat er zelden over gesproken wordt.’
Ik grinnikte. ‘Exact. Meer weten we zelf ook niet. Of dat dacht ik althans.’
Raphael keek me fronsend aan. ‘Je spreekt in raadsels schat.’
Ik maakte me los uit zijn omhelzing en trok het kistje naar me toe. Toen ik de sleutel in mijn hand hield begon ik weer te rillen. Raphael plaatste zijn hand op de mijne. ‘Roos?’
Ik keek hem aan en zei: ‘Als ik het bij het rechte eind heb zal je meteen begrijpen waarom mijn familie zo complex is.’
Hij knikte zwijgend.
Een van de redenen dat ik van Raphael hield was zijn geduld en zelfbeheersing. Al stond er een grote mystery-box van zijn favoriete band voor zijn neus, dan nog zou hij wachten tot het juiste moment om hem open te maken.
Ik richtte me weer op het kistje en stak de sleutel in het hangslot dat er duidelijk al enkele jaren, misschien wel decennia aanhing. Zonder moeite klikte het open. Een schelle pieptoon volgde toen ik het deksel omhoog duwde.
De inhoud werd verborgen onder een deken van witte veren, die door de plotse bloodstelling aan lucht in het rond vlogen en langzaam rondom ons neerdaalden.
Voorzichtig schoven we de resterende veren aan de kant tot mijn hand een rol papier raakte.
Ik ademde scherp in. Als mijn vermoeden echt klopte mocht ik niet meer aarzelen.
Snel en zonder nadenken nam ik de rol uit het kistje en wat ik toen zag gaf me een gevoel alsof een onzichtbare hand mijn hart uit mijn borstkas haalde en het vervolgens voor mijn ogen in duizend stukken brak. Alsof het zand was dat tussen je vingers door valt.
‘Schat gaat het wel?’
De zachte stem van Raphael deed de bel die zich rond mijn gedachten had gevormd knappen.
We wisselden een blik en keken toen samen naar het gezicht dat vanop het doek naar ons staarde: het meisje met de parel.
‘Wauw dit is een prachtige replica. Ik wist niet dat jouw familie zo artistiek was.’
Ik wilde Raphael geloven dat het inderdaad een replica was, maar ergens voelde ik dat het anders zat. Dit gezicht kwam me bekend voor. Alsof ik het al eerder had gezien. Toen viel mijn oog op een naam rechts in de hoek. Mijn adem stokte.
‘Roos?’
‘Dit is geen replica.’
Ik voelde Raphael terugdeinzen in hoeverre dat mogelijk was als je op de grond zit. ‘Hoe bedoel je?’
Ik keek weer naar de naam rechts onder in de hoek. ‘Deze vrouw is familie van me.’
‘Wat bazel je nou allemaal lieverd?’
Zijn reactie verbaasde me niet.
‘Kijk eens goed. Dezelfde neus. Dezelfde mond. Zelfs de ogen hebben die blik’
Raphael keek nog eens en knikte langzaam. ‘Nu je het zegt. Je zou inderdaad zeggen dat ze…’
‘Dit is mijn lang vergeten wet-overgrootmoeder Maria Rose Vermeersch.’
De stilte die volgde was oorverdovend. Mijn hart leek bijna uit mijn lichaam te barsten.
Ik liet mijn ogen over het schilderij gaan. Hoe meer ik naar haar keek. Hoe meer alles in mijn hoofd klikte.
Toen haar ogen weer de mijne vonden, hield ik het niet meer. Als een rekker die terugschoot na te lang te zijn aangespannen geweest viel ik in Raphael zijn armen. Mijn ogen werden watervallen en de tranen doorweekten zijn shirt. Raphael trok me dichter naar zich toe en even vergaten we het kistje en de ontdekking die ik zonet had gedaan.
Zijn hand streelde me tussen mijn schouderbladen. Het gebaar dat me al sinds ik klein was kalmeerde.
De tijd verstreek en ik bleef huilen. Hoe hard ik ook vocht om de tranen te doen ophouden, ze bleven komen. Het waren geen tranen uit onmacht of verdriet. Het waren tranen van opluchting. Van blijdschap dat een lang verborgen verleden eindelijk uitgeklaard was. En al die tijd voelde ik me veilig en geborgen in de armen van mijn vriend. De enige houvast die ik nog had nu mijn wereld volledig op zijn kop stond.